Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want wat is het, [4]al zijn sommigen ongelovig geweest? Zal hun ongelovigheid [6]het geloof van God te niet doen? 4. Dat is, een groot deel derzelve, namelijk die door hun eigen ongeloof de voordelen, hun van God verleend, krachteloos maken. Zie Hebr.3:16,17,18; en Hos.8:12. 5. Dat is, derzelver, of zulker ongelovigheid. 6. Dat is, de trouw en waarheid Gods, die onder dat volk, niettegenstaande de ondankbaarheid van velen, altijd de zijnen heeft willen behouden en nog behoudt, op welken de beloften Gods inzonderheid zien, en hunne kracht hebben; hfdst.9 vs.8,27, en hfdst.11 vs.1, enz.